Selecteer een pagina

31 maart 2020: +1039

door | 01 april 2020

In Mama’s armen

In plaats van meteen het nieuws te checken een kwartier nadat ik mijn ogen open heb, open ik Facebook maar. Liever wat onzinnigheid om de dag mee te beginnen dan nieuwsfeitjes om van in paniek te raken. In de eerste post die ik zie ontdek ik echter dat een oud-balletdocent uit New York is overleden aan corona. Ik weet heus wel dat er wereldwijd mensen doodgaan, maar als je iemand zelf kent, slaat bij mij de paniek toch een beetje toe. Who’s next?

De volgende app die aan de beurt is, is de Rabobank app. De realiteit onder ogen zien is bij nader inzien geen goed idee. Ik swipe Rabobank snel weer weg. Een planning maken voor de dag dan maar. Ik verbaas me erover dat ik het nog drukker heb nu dan voor HET virus. Corona heeft me namelijk flink wat extra werk gegeven. Mijn lesplan voor komende maanden kan de prullenbak in. Mijn lessen ben ik opnieuw aan het maken. Nu met een dansoppervlak van anderhalve vierkante meter. De online lessen geef ik live en neem ze tegelijk op. Op deze manier kan ik achteraf terugkijken en mijn leerlingen van correcties voorzien. Dat betekent dat ik nu voor een enkele les drie keer zoveel tijd kwijt ben dan voor corona. Voorstellingen moeten verzet worden, planningen opnieuw gemaakt en ik heb contact met de gemeente over op welke aanvraag ik een beroep kan doen. Normale werkzaamheden gaan daarnaast ook door, zoals de BTW-aangifte, zelf trainen, de website afmaken en (online) lesgeven. Je zou er bijna van in een burn-out geraken. Maar dat boeit mijn nieuwe werkgever corona voor geen meter. Ze is echt een krent trouwens. Reiskosten vergoeden ho maar en daarom moet ik verplicht vanuit huis werken.

Ik zie de toekomst nog niet rooskleurig in als ik even later merk dat huisgenoten gewoon bij mij de lift in willen stappen. Nee, dat is niet handig; negen verdiepingen naast iemand in een kleine lift staan. Op het station zie ik zes jongens naast elkaar lopen. Bij de Albert Heijn wil de medewerkster net op het moment dat ik sta af te rekenen even dat hoekje bij mijn voeten vegen. Bij het stoplicht komen twee meisjes gezellig kletsend dicht naast me staan. Bij de mediamarkt loopt een jongen naar binnen om ‘gewoon even gezellig rond te kijken’. Dit moet een speciaal soort – niet geëvolueerd type –  mens zijn, dat tijdens de laatste laatste update van de mensheid – zo’n twee weken geleden – onder een steen heeft gelegen. Dit type mens is het soort dat niks heeft meegekregen van de situatie in Italïe of überhaupt iets van cijfers tot zich door heeft laten dringen. Of dat gewoon lekker tegendraads wil zijn. ‘Laat je niet gek maken’, ‘je moet niet alles geloven wat ze zeggen’. Huh? Dit is toch niet een kwestie van een religie waarin je wel of niet in gelooft? Alsof je kunt zeggen ‘nou, ik geloof wel in ‘iets’, maar niet in corona’, ‘nee, de intensive care afdelingen liggen niet echt vol, dat geloof ik niet’. ‘Ik geloof niet dat het zorgpersoneel het nu druk heeft’. Nee klopt, misschien valt het allemaal wel mee.

Dit soort mens is een gevaarlijk type mens; zolang het er nog steeds in grote getale op uit trekt, of naast je komt staan bij het stoplicht. Ik word even dieptriest als ik bedenk dat deze mensen zich ook mogen voortplanten en stemrecht hebben. Leven in een vrij land is een groot voordeel, maar elk voordeel heeft z’n nadeel. Dat blijkt ook nu maar weer.

Als corona wel een religie is moeten we er wel in geloven om de ernst van de situatie door te laten dringen en samen een einde te maken aan dit weerzinwekkende geloof. Waar Jehova’s getuigen langs deuren trekken, doet corona dat ook. Er is geen ontkennen meer aan; inmiddels zijn we allemaal corona’s getuigen geworden. Maar in plaats van te geloven in een virus dat de dood verspreidt, hoop ik dat we kunnen geloven in een mensheid die dit met elkaar kan doorstaan. Die zich op anderhalve meter afstand verbindt en samen sterker is dan HET virus.

Er zijn ook mensen aan de andere kant van het spectrum; die bang zijn dat de wereld vergaat. Ik kan me de angst wel voorstellen, bijvoorbeeld als ik de beelden zie uit India waar iedereen massaal op elkaar staat in een busstation. Als corona daar voet aan de grond krijgt, is het hek van de dam. En ook al heb ik nu redelijk wat financiële zorgen, ik heb goede hoop dat het grootste deel van alle ondernemingen dit overleeft. Omdat ze online kunnen bestaan of een ander alternatief vinden. Veel winkels hadden al webshops, restaurants gaan nu ook bezorgen en dansdocenten geven hun lessen online. En ik vind dat we elkaar best mogen steunen hierbij. Ik neem graag het initiatief! Vrienden hebben een cateringservice en zitten ineens zonder werk. Ze zijn zojuist begonnen met het thuisbezorgen van maaltijden in Brabant. Ik bestel meteen een maaltijd voor mijn ouders. Ouders blij, vrienden blij en ik blijf achter met een goed gevoel omdat ik toch iets heb bijgedragen voor mijn gevoel. Als je ook in Brabant woont en geen zin hebt om te koken (maar wel om lekker te eten!) kun je hier ervoor zorgen dat je smaakpapillen zich niet hoeven te vervelen en dat je een ondernemer een hart onder de riem steekt.

Dan nu toch maar even het nieuws bekijken. Met lood in de schoenen open ik de website en de eerste kop waar mijn oog op valt zegt: ‘Zonnigste start van de lente ooit met ruim honderd uur zonneschijn.’ O. Ik kijk uit het raam en snap niet waarom het me – in mijn door ramen omgeven studio – niet eerder is opgevallen dat de zon zo haar best doet om mijn aandacht te trekken.

Moeder natuur zorgt voor ons in deze bizarre tijden door ons van een fijn zonnetje te voorzien. Want een moeder helpt haar kinderen waar dat kan. En dat terwijl wij lang niet altijd lief tegen haar zijn. Toch neemt ze ons onvoorwaardelijk in haar warme armen. Als ik naar haar kijk zie ik haar zonnige glimlach. In Mama’s armen komt het goed. Dat moet haast wel.