Gratis en voor niks ben ik meegenomen op ontdekkingsreis; op expeditie Corona. Hoewel ik helemaal geen type ben om te survivallen, ben ik zonder pardon meegenomen en moet ik nu noodgedwongen uitzoeken hoe ik weer heelhuids thuiskom. Joviaal biedt expeditie Corona nieuwe wegen aan om in te slaan. Dan moet je echter wel de goede route kiezen. Niet handig voor mensen met keuzestress & uitzonderlijk weinig richtingsgevoel, zoals ik. Toch probeer ik me al moodswingend een weg door deze crisis heen te navigeren. Energiek & hoopvol ga ik de uitdagingen aan die ik op mijn weg tegenkom. Terwijl ik op sommige momenten lijkt te bevriezen; als een vos die angstig afwacht op het naderende Armageddon. Welke kant moet ik op? Ineens lijkt hoop plaats te maken voor angst. Op deze manier duurt het lang om überhaupt een keuze te maken en een nieuwe weg in te durven slaan.
Als ZZP’er moet ik continu keuzes maken en mijn eigen lijn bepalen. Wat normaal nog niet eerder een probleem is geweest, lijkt ineens onmogelijk te zijn. Waarom? Wat zorgt ervoor dat ik nu geen beslissingen durf te maken? Waarom lijk ik mijn route niet te kunnen vinden? Waarom weet ik niet wat mijn volgende stap zal zijn?
Omdat ik het heft niet meer zelf in handen lijkt te hebben. De overheid bepaalt waar ik mag gaan en staan en HET virus bepaalt wie daarbij overleeft en wie niet. Wat is er voor mij dan nog over om te bepalen? De manier waarop ik mij tijdens deze expeditie voortbeweeg? Springend, draaiend of rollend? Skeelerend, een groot gedeelte van de tijd. Maar ik hang ook uren per dag als een monddood gemaakte marionet aan touwtjes boven een labyrint van wegen. In afwachting van wat er gaat komen. Zal het een geweldig nieuw idee zijn of een stomp in mijn maag?
Het is helemaal niet aan mij om nu beslissingen te maken. HET virus besluit voor mij en daarnaast is er de overheid nog als tussenpersoon. En helemaal daarna… kom ik zelf pas. Ik kan de neiging om te weten waar ik aan toe ben niet onderdrukken. Is dit heel tijdelijk? Dan wil ik me nu liever bezig houden met werk dat anders over een paar maanden toch wel zou komen. Nieuwe lessen voorbereiden, voorstellingen bedenken en toekomstplannen maken. Maar als deze isolatie situatie nog een half jaar of langer duurt, is het toch zaak dat ik ga bedenken wat ik met het hier en nu anno maart 2020 aan moet. Kortom; ik word continu heen en weer geslingerd tussen licht en donker, online versus offline, vooruit kijken versus in het nu blijven. Nieuwe ideeën komen niet als ze weten dat je ze niet hartelijk ontvangt. In andere woorden; als ze weten dat jij op een donkere wolk zit, dan kijken ze wel uit en komen ze wel een andere keer terug. Positiviteit is immers nog altijd de beste voedingsbodem voor inspiratie.
Dit gevoel zinloze gevoel van onzekerheid, waarmee ik mijn dagen nu vul is in sterk contrast met de boodschap die de lente mij wil vertellen; achter al die donkere wolken schijnt nog steeds de zon! Vandaag is alweer de tweede lentedag. De zon schijnt. Normaal gesproken is dit een van de eerste dagen waarop iedereen langzaam uit een veel te lange winterslaap ontwaakt en beseft dat de zomer er weer aan komt! Onzichtbare donkere wolken zorgen er nu voor dat ik de eerste lentedag gisteren blijkbaar niet heb gezien. Dat laat ik niet ook met de tweede gebeuren. Want zelfs in de realiteit van deze dag met lege straten, bange mensen en onzekere blikken is de lente gewoon begonnen! Ik voel de zon op mijn gezicht. Heel even voel ik me volmaakt blij. Vrij. Zo vrij heb ik me niet eerder gevoeld. Dank je wel, lente! Gelukkig, er is hoop.